Meer patiëntenparticipatie, interview Elise van Leeuwen-Stok
14 januari 2020
‘Door de ervaring van patiënten in te zetten, kunnen we klinische studies verbeteren’, dat is de visie van Elise van Leeuwen-Stok, directeur BOOG en bij DORP betrokken als projectcoördinator patiëntenparticipatie. We hebben dus veel te winnen bij het betrekken van patiënten. Maar hoe doe je dat? Niet elke onderzoeker hoeft zelf het wiel uit te vinden. DORP bundelt goede voorbeelden, deelt ervaringen en geeft handvatten. Zes vragen aan deze bevlogen projectleider.
Waarom is patiëntenparticipatie bij klinische studies zo belangrijk? 
‘De patiënt is de eindgebruiker van de uitkomsten van de studie. Dus wat er toe doet, dat is aan patiënten om aan te geven. Veelvoorkomende bijwerkingen willen we bijvoorbeeld voorkomen. Maar patiënten kunnen aangeven welke bijwerkingen hen het meest belemmeren en welke bijwerkingen zij acceptabel vinden.’
‘Patiënten kunnen ook helpen om de belasting van de studie zo laag mogelijk te houden. Hoeveel bezoeken aan het ziekenhuis zijn acceptabel? Kunnen we afspraken bundelen? Wat kan er thuis? Zo kunnen we de logistiek zo patiëntvriendelijk mogelijk maken en dat helpt enorm voor de inclusie. Studies ontwerpen waar patiënten in alle redelijkheid aan mee kunnen doen, dat draagt bij aan de haalbaarheid van de studie.’
Zijn deze uitkomsten relevant en is deze studieopzet haalbaar, daarbij heb je de expertise van patiënten nodig.
Heeft dat gevolgen voor de studieopzet?
‘Bij middelen of methoden waarvan de verwachting is dat patiënten hier veel profijt van zullen hebben, willen patiënten hun behandeling vaak niet laten bepalen door een loting. Je kunt dan soms kiezen voor prospectieve registratie. In zo’n opzet volg je patiënten terwijl zij zelf in overleg met de arts kiezen voor behandeling a of b. Recent hebben we een studie hierop aangepast omdat loting niet haalbaar bleek. De inclusie was te laag. De vraag is dan: ‘Kan het ook met een andere methodiek en wat kunnen we dan beantwoorden?’ Zo kunnen we kijken wat toch haalbaar is als de inclusie voor een studie niet werkt. Met de theoretisch perfecte studieopzet en lage inclusie krijgen we geen nieuwe kennis, de uitdaging is dan om te kijken wat wel mogelijk is.’
Wat is de positie van DORP om hierin het verschil te maken?
‘DORP brengt de onderzoeksgroepen bij elkaar. We delen kennis over hoe je patiënten kunt betrekken. Want er zijn onderzoekers en groepen die daar veel verstand van hebben en ook groepen voor wie dit nog nieuw is. Dit doen we samen met de Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties (NFK) die een vergelijkbare rol als DORP heeft voor kankerpatiëntenorganisaties. Ook zij delen hun ervaringen en kennis, zodat de patiëntenorganisaties hun aanbod om mee te denken bij de opzet van studies steeds beter organiseren.
Nu is het zaak dat onderzoekers en patiëntenverenigingen elkaar vinden. Afgelopen september was de eerste DORP-bijeenkomst voor onderzoeksgroepen en patiëntenverenigingen. De speeddate die we daar organiseerden was veelbelovend. Onderzoekers en patiëntenvertegenwoordigers hadden geanimeerde discussies. Er was veel enthousiasme en contacten zijn gelegd. Die eerste kennismaking helpt om elkaar te vinden.’
Wat heeft de werkgroep patiëntbetrokkenheid verder al gedaan?
‘We hebben een nulmeting patiëntbetrokkenheid uitgevoerd om erachter te komen hoe vaak onderzoeksgroepen al advies vragen aan patiëntenorganisaties. Samen met de NFK en onderliggende KPO’s zorgen we dat het aanbod van patiëntbetrokkenheid goed in de schijnwerpers staat. Onderzoekers kunnen nu bij DORP ondersteuning aanvragen om de best passende manier te vinden om de expertise van patiënten in te zetten. Wij denken graag mee!’
Hoe was het om aan de wieg van DORP te staan?
Als directeur BOOG is Elise een van de initiatiefnemers van DORP en schreef ze mee aan het eerste projectplan. ‘BOOG heeft een eigen patiëntenadviesgroep. Daarom ben ik gevraagd om de projectcoördinator van patiëntbetrokkenheid te zijn. Het doel was meteen helder: om partijen samen te brengen. Er zit nu een enorme flow in. DORP wordt nu zichtbaar en we hebben ook echt iets te bieden. We worden steeds vaker benaderd om mee te denken over o.a. projectmanagement, patiëntbetrokkenheid, monitoring en statistiek. Vaak helpt een gesprek al om vragen te concretiseren en mogelijkheden te wegen. Uniek is dat DORP kan helpen voordat enige financiering binnen is, bijvoorbeeld als de onderzoekers de projectaanvraag schrijven. Dat is belangrijk, want dat is het moment dat de methodiek van de studie wordt uitgedacht.’
‘Ook in latere fases van een studie kan DORP ondersteunen. De projectcoördinatoren van DORP kunnen meedenken in elk stadium. DORP heeft als vraag gekregen om te bekijken hoe patiënten uit andere ziekenhuizen deel kunnen nemen aan studies. Moeten zij dan voor heel hun behandeling doorverwezen worden? Dat betekent soms meer reistijd voor de patiënt. Of kan data verzameld worden in beide ziekenhuizen zodat patiënten wel een deel van de zorg in hun eigen ziekenhuis kunnen krijgen? Maar hoe regelen we alle voorwaarden? Dat is typisch zo’n overstijgend probleem dat DORP kan gaan uitzoeken om het goed te regelen. Elke studie kan vervolgens hier gebruik van maken.’
Wat is belangrijk in 2020?
‘We ontwikkelen een template voor een lekensamenvatting waarin de resultaten van een studie worden uitgelegd, omdat deze verplicht wordt door de European Clinical Trial Regulation (ECTR). We geven in dit template aan wat er in de lekensamenvatting moet, hoe je deze opstelt. De lekensamenvatting moet gemakkelijk vindbaar worden voor patiënten. Daarom pleiten wij ervoor om deze op Kanker.nl te plaatsen. Daar staat immers al een overzicht van oncologische trials met de deelnemende ziekenhuizen (kanker.nl/trials). Bij alle patiëntgerichte info op Kanker.nl hoort ook deze terugkoppeling van de resultaten van klinische studies. Zo wordt voor patiënten duidelijker wat er is onderzocht en wat de uitkomsten waren. Die terugkoppeling is belangrijk. Want in de zoektocht naar betere behandelingen hebben onderzoekers en patiënten elkaar nodig!’