Na vier jaar verlaat Kees Punt de stuurgroep van DORP, de organisatie die hij zelf heeft opgericht om de kwaliteit van klinisch-oncologisch onderzoek te vergroten door betere ondersteuning. De DCCG heeft Myriam Chalabi als zijn opvolger benoemd. Lees meer over hun betrokkenheid in een dubbelinterview.

Kees Punt kijkt met trots terug op wat er is neergezet. ‘Ik ben daar heel enthousiast over. De onderzoeksgroepen hebben feedback gegeven over wat de prioriteiten moeten zijn. Dat zijn de vier pijlers geworden: statistiek, patiëntenparticipatie, monitoring en projectmanagement. Op elk van die pijlers staat een team die ondersteuning biedt, webinars organiseert en kennis deelt. Zo is een basis gelegd onder het onderzoeker geïnitieerd klinisch-oncologisch onderzoek.’

Myriam Chalabi vindt motivatie in haar eigen ervaringen met het opzetten van multicenter onderzoek. ‘We moeten er naar toe dat projecten beter worden, dat je onderzoekers vanaf het begin helpt om de studie zo goed mogelijk op te zetten en de financiering rond te krijgen. Ik heb passie voor onderzoek en ik ken dus de worsteling om een studie op te zetten. Ik begon met een klein onderzoek in het AVL, dat groeide uit naar onderzoek in meerdere centra. Zo merkte ik hoe groot de verschillen kunnen zijn tussen ziekenhuizen. Als je niet weet waar je moet aankloppen dan loop je tegen zoveel problemen aan. DORP biedt een loket voor ondersteuning, dat gaat er toe leiden dat de kwaliteit van het onderzoek vooruitgaat. Ik hoop namens DCCG daaraan bij te kunnen dragen.’

Uitdagingen bij trials

‘In Nederland zijn heel veel onderzoeksgroepen, dat is uniek’, aldus Kees Punt. ‘Maar er was geen formele samenhang tussen die groepen. Het zijn allemaal enthousiaste experts op die tumorgebieden. Bij klinisch onderzoek zijn er veel uitdagingen van algemene aard, waar dus elke onderzoeksgroep mee te maken heeft. Daarover heb ik indertijd Peter Huijgens van HOVON en Elsken van der Wall van BOOG benaderd en zij waren meteen enthousiast. Dat is uitgegroeid tot DORP, een prachtig initiatief waar we als oncologen enorm van kunnen profiteren. We lopen bijvoorbeeld tegen problemen aan met nieuwe wet- en regelgeving. In plaats van dat elke groep daar het wiel uit moet vinden, kan DORP een centraal informatieloket bieden. Het zou prachtig zijn als DORP de verbinding tussen onderzoeksgroepen kan vormen en met hun goedvinden de spreekbuis van deze groepen kan worden richting stakeholders. Helaas heeft COVID dit proces vertraagd maar er wordt aan gewerkt.’

‘Een prachtig initiatief waar we als oncologen enorm van kunnen profiteren.’

Ondersteuningsaanvragen

Het grote aantal aanvragen bij DORP toont dat onderzoekers steeds beter de weg weten te vinden. Bij het opzetten van studies worden diensten aangevraagd voor een optimaal design, statistiek en patiëntbetrokkenheid. Kees: ‘Vooral op het gebied van statistiek, hoe de trials ontworpen kunnen worden en de haalbaarheid, is veel ondersteuning geboden. Er zijn trials waarvan het statistische ontwerp is aangepast op advies van DORP waardoor de kans op een positieve uitkomst is vergroot. Op het gebied van de statistiek heeft DORP een succesvolle webinar georganiseerd. Een voorbeeld van innovatie op dit gebeid is het TwiCs-design, dat inmiddels al in enkele studies wordt toegepast. DORP heeft ook een roadmap voor studies gemaakt die onderzoekers kan helpen in het gehele proces van de ontwikkeling en uitvoering van studies. In een kennisbank op de DORP website staan tips en tricks klaar voor onderzoekers. Zo leidt de ondersteuning van DORP tot betere kwaliteit van studies. DORP maakt daarmee haar missie waar: Meer trials voor meer patiënten van betere kwaliteit die eerder zijn afgerond.’

Ook dat datacentra met elkaar om tafel zitten voor uitwisseling van kennis en ervaring en dat zij DORP input geven over projectmanagement en monitoring, is een enorme meerwaarde aldus Kees. ‘Dat heeft DORP voor elkaar gekregen. Er is veel ontwikkeling, wet- en regelgeving zullen blijven veranderen en er zullen nieuwe eisen aan monitoring worden gesteld. In dit continuüm van processen zal een centraal orgaan als DORP een belangrijke rol blijven spelen. Voor elke subsidiegever moet het vanzelfsprekend worden dat dit soort diensten in het budget voor een studie worden opgenomen, omdat dit leidt tot betere trials met een hogere slagingskans.’

Innovatief design stimuleren

Myriam: Onder onderzoekers kan de bekendheid van wat er bij DORP te halen is nog beter. Kees beaamt dat. ‘Nu de COVID pandemie hopelijk snel achter ons ligt, is er de kans om weer live bijeenkomsten te organiseren. Daarin kunnen de onderzoeksgroepen komen tot een gezamenlijke toekomstvisie. Veel onderzoeksgroepen weten ons heel goed te vinden, en er zijn andere waar dat nog beter kan.’ Myriam vult aan ‘Onderzoekers die ervaring hebben met ondersteuning door DORP kunnen hun ervaringen hiermee delen. Dat helpt anderen weer op weg. Daarnaast zijn er wellicht nog wat nieuwe kansen om jonge onderzoekers on track te krijgen. Bijvoorbeeld bijeenkomsten voor startende onderzoekers om de uitwisseling tussen hen te stimuleren. Zo kunnen we onderzoekers ook verbinden aan experts die breder denken dan de klassieke statistiek. DORP kan voorbeelden noemen van innovatieve projecten, zoals het cohortdesign van PLCRC en het gebruik van historische controles. Ook de EMA verschuift in haar oordeel hierover, net als de Commissie BOM, wat bijvoorbeeld blijkt uit het feit dat nu ook single-arm studies beoordeeld worden. DORP kan helpen om de standpunten van deze organisaties beter vindbaar te maken, zodat onderzoekers met een innovatieve aanpak niet alles zelf hoeven op te zoeken.

Durf te vragen

Myriam heeft ook een persoonlijk advies aan jonge onderzoekers: ‘Als je een studie op een nieuwe manier opzet krijg je altijd kritiek. Laat je niet meteen uit het veld slaan. Als iets hoog risico lijkt, laten we dan kijken of het de moeite waard is om het als hoog risico project op te zetten. Zorg dat je idee goed is, het start- en eindpunt moeten duidelijk zijn. Bedenk wat je nodig hebt om verder te komen en wie jou daarbij kan helpen. Durf te vragen. Ga op zoek naar mensen waar jij door geïnspireerd raakt. Zelf heb ik bij al mijn collega’s iets anders gehaald, op het terrein van hun expertise. De een vond het echt belachelijk hoe ik het opzette, veel te hoog risico, terwijl de ander er potentie in zag. Meestal zijn mensen heel erg bereid om je te helpen. Zorg dat je alles zo goed mogelijk op een rij hebt. En zodra je het niet meer weet, neem dan contact op met DORP en kijk of ze jou met een specifiek vraagstuk verder kunnen helpen, zoals ondersteuning op het gebied van statistiek, innovatie, datamanagement of patiëntenparticipatie.’

‘Kijk of DORP jou met een specifiek vraagstuk verder kan helpen voor jouw studie.’

Internationaal best practice

Kees: ‘DORP is een belangrijke organisatie voor dit type onderzoek in Nederland. Internationaal is DORP een best practice. Alleen in Groot Brittannië is een centraal orgaan dat zorgt voor kennisdeling op het gebied van klinisch oncologisch onderzoek. In de hele EU is er geen ander voorbeeld dan DORP. Een van de voorwaarden van KWF is daarom dat we de mijlpalen communiceren naar internationale partners. Om hen ook te laten profiteren. De wet- en regelgeving is Europees, dus in de informatievoorziening is er veel dat internationaal simpelweg overgenomen kan worden.’

Myriam: ‘Ik hoop dat we mensen zo kunnen helpen om hun tijd goed te benutten voor een goede studieopzet met een betere kans op financiering. Uiteindelijk zal dat leiden tot verbetering, sneller betere zorg voor de patiënt.’